Als je vloerverwarming hebt, heb je een dekvloer nodig. Die dekvloer moet niet te dik zijn, maar ook niet te dun. Als de dekvloer te dun is, kan hij breken als hij warm wordt. Dat is niet goed voor je vloerbedekking, vooral als die gelijmd is!
De dikte van de dekvloer hangt af van het soort dekvloer, de samenstelling van de mortel en het type vloerverwarming.
Een dekvloer moet minimaal 5 cm dik zijn op isolatie of boven vloerverwarmingsleidingen.
Bij droogbouw vloerverwarming is de dekvloer 6 cm dik bij een cementgebonden dekvloer, en 4 cm dik bij een anhydrietvloer. Een dunnere dekvloer warmt sneller op omdat de warmte van de vloerverwarming sneller de vloeroppervlakte bereikt.
Bij natte vloerverwarming moet de dekvloer minstens 4,5 cm extra dikte hebben boven de vloerverwarmingsbuizen. Dat betekent dat de totale dikte van de dekvloer 7,5 tot 8 cm is.
Bij halfdroge vloerverwarming liggen de vloerverwarmingsbuizen in de isolatielaag. De dekvloer is dan dunner, ongeveer 6 cm dik bij een traditionele cementgebonden dekvloer, of 4 cm dik bij een anhydrietvloer.
Het is belangrijk dat de dekvloer kan bewegen. De dragende constructievloer en de dekvloer moeten onafhankelijk van elkaar kunnen bewegen. Een zwevende dekvloer is daarom ideaal voor vloerverwarming. De isolatielaag zorgt ervoor dat de warmte niet naar beneden ontsnapt.
Het is aan te raden om een specialist te raadplegen om te bepalen wat de juiste dikte van de dekvloer voor jouw situatie is.
Getagd: #Vloerverwarming #Vloer